Wanneer de aanvraag voldoet aan de algemene richtlijnen kan deze in behandeling worden genomen. Een onafhankelijke beoordelingscommissie beoordeelt de aanvragen op basis van vijf criteria. Bij ieder criterium staan aandachtspunten vermeld en vragen die bij de beoordeling aan de orde kunnen komen.

  1. Behoud en gebruik waardevol erfgoed

    Het project betreft waardevol agrarisch erfgoed dat dankzij dit project behouden blijft en een toekomstbestendige bestemming krijgt. De cultuurhistorische waarden van het object moeten aantoonbaar aanwezig zijn. Aangegeven dient te worden hoe er bij de herbestemming en verduurzaming rekening wordt gehouden met het behoud van de cultuurhistorische waarden.
    Ook is er aandacht voor de rol die het object speelt binnen het cultuurhistorische verhaal van de regio. Op welke manier kan de uitvoering van het project hieraan bijdragen? Er is oog voor de cultuurhistorische waarden van gebouwen, erf en landschap. De ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van gebouwen en erf wordt hersteld dan wel verbeterd.
  1. Meerwaarde voor de leefomgeving

    Het project is van meerwaarde voor de eigen leefomgeving en dient nadrukkelijk een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Daarbij valt te denken aan het vervullen van een maatschappelijke functie, het verbeteren van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van erf en omliggende landerijen en de manier waarop het project aansluit bij actuele maatschappelijke opgaves op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie en ontwikkeling van landbouw en natuur. Een project kan ook economisch van waarde zijn voor de omgeving.
    Bij voorkeur maken ook derden gebruik van het gerealiseerde project (omwonenden, bezoekers, cliënten). Wordt het object na voltooiing van het project toegankelijk gemaakt voor publiek?
  1. Verduurzaming

    Verduurzaming is een belangrijk onderdeel van het project. Dit kan op meerdere manieren worden ingevuld. Denk daarbij niet alleen aan energiebesparing en het opwekken van hernieuwbare energie, maar ook aan hergebruik van materialen en gebruik van ecologische bouwmaterialen. Worden er nieuwe methodes toegepast die kunnen bijdragen aan innovatie op het gebied van verduurzaming? Is er sprake van maatregelen die natuur en biodiversiteit bevorderen? Is er een Energiescan Monumenten gemaakt of een adviseur betrokken die deskundig is op het gebied van monumenten?
  1. Draagvlak en samenwerking

    Het is van belang dat het project draagvlak in de omgeving heeft. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit bijdragen van fondsen of de inzet van vrijwilligers of maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de planvorming, de uitvoering of de exploitatie. Met welke instanties of overheden wordt er samengewerkt? Sluit het project aan bij gemeentelijk of regionaal beleid?
  1. Haalbaarheid

    De financiële haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid zijn van belang. Beoordelingscriteria daarbij zijn: is het dekkingsplan en de planning realistisch? Welke financieringsbronnen zijn zeker en wat zijn de risico’s wanneer de financiering niet volledig wordt gerealiseerd? Hoe ziet de exploitatie van het object eruit na voltooiing van het project? In welke mate is een financiële bijdrage van het Boerderijenfonds noodzakelijk om het project tot uitvoering te kunnen brengen?